R A I L G O E D . N E T                          

Railgoederenvervoer in en om Nederland                                        

VENLO bezoekjes

 

Het verhaal van 2006:

Blerick blijft onopvallend

De 27 sporen van het emplacement Blerick liggen er goeddeels ongebruikt bij. De in 1969 gesloten wagenwerkplaats herbergt wat museummateriaal dat zo nu en dan opgehaald of afgeleverd wordt, er staat her en der wat ledig of afgeschreven materieel en op de losplaats wordt incidenteel draad aangevoerd voor Nedri.
Aan de westzijde, parallel aan de lijn naar Eindhoven takt een spoortje af met twee actieve bedrijfaansluitingen: Mead en ECT. Aan de noordzijde, langs de lijn naar Venray leidt een aftakking naar een 6-sporig emplacement aan de Venrayseweg en de derde bedijfsaansluiting, nl. die van Cabooter. En dat is het. Drukte wordt vooral veroorzaakt door voorbijrazend goederenverkeer tussen Kaldenkirchen en de havens in het westen. (De Betuweroute is nog niet eopend.)
Op 8 augustus 2006 nemen we een kijkje in Blerick. Er is vandaag meer verkeer dan anders: tussen Emmerich en Oberhausen wordt in deze zomermaanden aan het spoor gewerkt: de meeste goederentreinen die normaal over Arnhem en Emmerich rijden, worden via Venlo omgeleid. En passent bekijken we het personenverkeer in deze regio en tot slot doen we een bizarre ontdekking.

Mead
Al vroeg in de ochtend (8:20) wordt Mead bediend. Loc 6403 meldt zich aan de handbediende knipperlichtinstallatie bij de overweg in de Voltastraat die toegang geeft tot een viersporig raccordement: de eerste afslag (met een pompwissel) gaat met een scherpe bocht de poort van Mead binnen en vervolgens door een smal gangetje met aan de ene kant de hallen van Eurofrigo en aan de andere kant hoog opgetaste containers van ECT. Onder een afdakje bij Mead staat de afvoer van vandaag: één schuifwandwagen. Gisteren waren het er vier, volgens de machinist. 
Na een kwartiertje passeert de loc met de ene schuifwandwagen opnieuw de poort van Mead om op de stamlijn, parallel aan de hoofdlijn uit Eindhoven langzaam tussen de struiken te verdwijnen richting Venlo. De wagens worden, als er plaats is, gehangen achter een willekeurige unit-cargotrein naar Kijfhoek, die toch in Venlo moet pauzeren.

ECT
Voorbij Mead splitst de stamlijn zich in drie takken die met een ruime boog over een te grote lege vlakte het terrein van ECT op lopen. Hier zijn de wissels van het ARBO-onvriendelijke omgooitype.
Met een slakkengangetje komt R4C1204 met trein 60127 om 10:25 uit de Maasvlakte de containerterminal voorbij. Even verder naar het oosten zal hij het tegenspoor kruisen en Blerick Goederen oprijden. Via station Blerick loopt de loc om. Bijna een half uur later rijdt hij de poort van ECT binnen en kiest daar het middelste spoor. De trein telt vijftien 6-assige wagens (4 tue) en zes 4-assige wagens (2 tue), (Sgns) in totaal 72 tue. Slechts één van de 6-assige wagens is leeg. Het geheel past exact op het bestrate deel van de terminal. Onmiddellijk start een mobiele kraan met het lossen van de wagens. De machinist maakt van de gelegenheid gebruik even te passagieren naar Venlo. Aan het eind van de terminal ligt een kopspoor; de 1204, een loc van het type MAK1206, loopt om en verlaat om 11:45 via de overweg in de Voltastraat het raccordement. Een uurtje later zal hij opnieuw de Maas oversteken en koppelen met de inmiddels beladen containertrein. De bezetting is nu 100%. Om 13:50 vertrekt hij dan weer met de hele sleep (trein 60128) naar Blerick Goederen waar voor de derde maal omgelopen moet worden. De infrastructuur maakt efficiënt werken hier lastig. Om 14:38 - mooi volgens de dienstregeling - trekt de 60128 nu weer op het hoofdspoor voor de laatste keer voorbij op weg naar de Maasvlakte. Drie maal per dag voltrekt dit zelfde ritueel zich hier.

Cabooter
Noordwest van het emplacement ligt de derde bedrijfsaansluiting, die van Cabooter. Het spoor splitst zich binnen de poort in twee takken met ertussen een V-vormig verhard terrein. De zuidelijke tak lijkt niet in gebruik, er staan opleggers voor. Om de terminal te kunnen bereiken, rijdt de trein vanaf het emplacement via een spoor parallel aan de niet-geëlektrificeerde lijn naar Venray tot op een kopspoor onder de Venrayseweg om vervolgens terug te zetten naar Cabooter. Op woensdag en donderdag schijnen hier schuifwandwagens beladen te worden met hygiënisch papier. De overslag is nog beperkt. Er wordt gezegd dat Cabooter grootste plannen heeft voor een treinoverslagbedrijf, maar daar is vandaag nog weinig van te zien.

Venlo
Venlo heeft geen eigen goederenaansluitingen, maar wel veel doorgaand goederenverkeer.
Er zijn vandaag twee 6400’s (6403 en 6518) actief in de rangeerdienst in Venlo, die vooral bestaat uit het af- en aankoppelen van koppelwagens van ertstreinen en het verplaatsen van E-locs die onder verkeerde draad staan. Een deel van de bovenleiding van het Venlose emplacement staat namelijk onder Nederlandse en een deel onder Duitse spanning. Er kan (althans bij de goederensporen) niet omgeschakeld worden zoals in Emmerich. De 6403 heeft vanochtend van een pauze in Venlo gebruik gemaakt om de tocht naar Mead te ondernemen.

Bloktreinen
Venlo bevindt zich op de drukke route Rotterdam – Kaldenkirchen. Er is vooral veel doorgaand goederenvervoer. We beschrijven de treinen die we op 8 augustus gespot hebben. Het is extra druk omdat het meeste vervoer dat normaal over Emmerich gaat, omgeleid wordt via Venlo. 

Zesmaal per dag rijdt een zware ertstrein van de Maasvlakte naar de hoogovens in Dillingen (bijvoorbeeld 48713 om 11:48, 48720 om 13;12 en 48716 om 18:12), zesmaal komen de lege wagens terug (zoals de 47722 om 10:40). Ze bestaan steeds uit 38 zesassige open wagens, met aan beide zijden een koppelwagen, en worden getrokken door drie 6400’s.  

Kolen komen er langs, op weg naar energiecentrales en hoogovens in Duitsland, zoals 48701 (17:48) van de Maasvlakte naar GroBkotzenbach en 48706 (12:39) met 42 kolenwagens leeg terug van Dillingen naar Amsterdam Westhaven.

Onafzienbaar is het aantal containertreinen. We zien:

  • een extra shuttle van R4C (10:18) bestaande uit 30 wagens met ubc/iff-containers naar Rotterdam;
  • het transitvervoer van Duisburg naar Zeebrugge met twee Belgische 7700-locs voor 28 lange containerdraagwagens (3 tue) (ongeveer 80% beladen) in opdracht van Railion:
  • ERS-treinen van Melzo (Italië) naar Rotterdam zoals de 40100 (11:12) met op drie na blauwe lys-linecontainers, de 23 wagens à 2 kleine containers tellende 40104 (14:47) en de 41961:

  • een Railiontrein van Maasvlakte naar München en Salzburg; de laatste lijkt niet erg winstgevend: 8 van de 24 wagens zijn maar beladen. 

Dan is er een aantal gesloten treinen met bijzondere ladingen, alle getrokken door Railionlocs.

  • een extra trein met 23 grijze ketelwagens met een loc van de serie 232 van Railion (11:18) naar het westen:

  • 20 vierassige rongenwagens met aluminiumplakketten van Steinweg in de Waalhaven naar Singen (47731, 12:22):

  • een trein met 20 lege autowagens uit Safentwil richting Botlek (47042, 16:

Afwisseling brengen vooral de vele unit cargotreinen die Railion tussen Kijfhoek en Gremberg bij Keulen laat pendelen. De 45712 (9:12), 45714 (15:11) en de 45720 (16:40) naar Kijfhoek, de 45723 (14:23) naar Gremberg.
Om een indruk te geven van die afwisseling nemen we hier de samenstelling op.

  • 45712: 4 x 6400, 7 wagens met auto’s, 21 witte ketels met oranje band, 1 grijze ketelwagen en een platte wagen (totaal 30);

  • 45723: loc 1619, 12 wagens met auto’s, een schuifwandwagen, een coilwagen met rood zeildoek, 5 ketelwagens, een schuifwandwagen, 4 wagens met containers van Simons, 3 platte wagens met aluminium knuppels van Steinweg (totaal 27);

  • 45714: alweer loc 1619, 2 lege platte wagens, een witte ketel met oranje band, 3 schuifwandwagens, 6 ketelwagens, een kolenwagen, een witte ketel, 14 dichte wagens van diverse typen, drie witte ketelwagens (totaal 31);

  • 45720: 1600 + 6400, 1 krijtwagen naar Omya Moerdijk, 1 kolenwagen, 3 ketelwagens grijs, 2 ketelwagens wit, 2 schuifwandwagens, 7 ketelwagens grijs, 2 coilwagens met rood zeildoek, 4 ketelwagens wit, 10 platte wagens met spoorstaven (totaal 32).

 TXL
In Venlo worden we verrast door de aanwezigheid van twee moderne E-locs van het type 185; beide van TXLogistik. een staat er midden op het emplacement, een op het kopspoor aan de Maasbrug. 

Personenvervoer
Dan het reizigersverkeer. Vier treinseries komen er door Blerick, drie ervan halteren bij het station. Doorgaand is de serie 1900, de intercity van Den Haag Centraal naar Venlo. Deze rijdt 1x per uur en bestaat naast een enkele IRM-stam vooral uit combinaties van een 1800 met 11 ick-wagens. De stoptreinserie 6500 van Eindhoven naar Venlo stopt in Blerick. Hij rijdt 1x per uur en bestaat uit 4 bakken plan V of T. De andere series rijden op de ongeëlektrificeerde lijn Nijmegen – Roermond. Allereerst is dat 1x per uur de sneltrein serie 6200 en daarnaast eveneens 1x per uur de stoptreinserie 16200. Het verschil is uiterst klein: de sneltrein stopt op 12 stations en de stoptrein op 15. De sneltrein rijdt maar liefst 6 minuten sneller. Beide stoppen in Blerick en worden gereden met een of twee stellen DM’90, de 3400’s.

DEIII
Op Blerick Goederen treffen we de voorlopers van DM’90 aan. Zij heersten op de Maaslijn van 1962 tot ongeveer 2002. 8 stellen staan er opgesteld in de buurt van de losplaats. Het gaat hier om de driewagenstellen plan U 119, 121, 126, 147, 150, 151 en 192 en nog een stel waarvan we het nummer niet herkennen maar dat waarschijnlijk de 116 is. Railmagazine 234 (mei 2006) meldt namelijk dat 116, 150 en 151 in Blerick staan en 117, 121, 191 en 193 in Heerlen. De 116, 117, 121, 122 (na revisie 193), 125, 137 (na revisie 191), 150 en 151 bestemd zijn voor verkoop aan Slowakije. De geschiedenis van dit materieel is beschreven in datzelfde nummer. De stellen met de vetgedrukte nummers hebben in 2001/2002 nog een volledig revisie ondergaan. Van de stellen die in Blerick staan opgesteld zijn dus de 116, 121, 150 en 151 bestemd voor de verkoop.
Nou, dat gaat dus niet lukken. Ze staan volledig onttakeld in een hoekje van het emplacement; veel ruiten zijn er uitgeslagen, deuren opengebroken en apparatuur slingert her en der over de grond. Vele spuitbussen verf hebben de wagens een geheel nieuw uiterlijk gegeven, 147 is volledig grijs, 126 ziet er uit als en circusattractie. Grafittikunstenaars hebben zich op deze afgelegen plek kunnen uitleven. Het heeft er alle schijn van dat delen van de trein zelfs bewoond zijn. Het spul is rijp voor de sloop en dat moet, in elk geval voor de 121, gebeurd zijn in de periode tussen mei en augustus. Het is absoluut onvoorstelbaar dat de inkomsten van de verkoop aan Slowakije opwegen tegen de kosten die NSR voor de opknapbeurt van deze plan U’s zal moeten maken.  Het is werkelijk bizar om te zien hoe dit materieel in korte tijd verloederd is.

 

Het verhaal van 2015

Het spoorvervoer bloeit in de regio Venlo

In bijna tien jaar heeft het spoorvervoer in Venlo een grote ontwikkeling doorgemaakt. Al het reizigersmaterieel is vernieuwd. De goederenstroom is door de opening van de Betuweroute in 2007 afgenomen maar om allerlei redenen alweer gegroeid. En wie had gedacht dat de ambitie van Cabooter Blerick en  zelfs Kaldenkirchen stevig op de spoorkaart zou zetten?

Mijn excursie op 19 februari 2015 start in het vervallen station van Kaldenkirchen. Een van grafitti voorzien voetgangerstunneltje, uitgestukte vloer, versleten trappen, onbestemde vloeistoffen in de hoeken, een ongure sfeer. Gras steekt overal op de perrons de kop op. Achter het station een vervallen goederenloods waarvan de overkapping deels is ingestort, ruiten ontbreken, evenals delen van het dak. Struiken overwoekeren de sporen rond de loods. Geheel onverwacht en te snel voor de camera raast er een 189 met een lege bakkentrein (waarschjinlijk de schroottrein uit België) achter het station langs.
Op de losplaats tilt een heftruck de laatste rollen draadstaal in een vrachtwagen, veel kunnen er niet in. De wagen levert de rollen af bij Nedri in Blerick; hij doet er ruim een uur over voor hij weer terug is. Achteraan de losplaats ligt ook nog een fikse stapel rollen. Het zal nog wel enkele dagen duren voor de hele partij in Blerick is.
Nedri ligt aan het spoor, tegenover Cabooter. Vroeger had het nog een spooraansluiting, nu niet meer. Als simpele treinspotter vraag je je af waarom zo’n stukje spoor niet heraangelegd wordt, zoals in Almelo waar de rollen draadstaal direct op het terrein van Van Merksteijn worden gelost. Het is immers al jaren sukkelen met die rollen. De loslaats van Blerick is al ooit gebruikt, de Railport van Cabooter en dan nu Kaldenkirchen. Wel leuk natuurlijk, deze vergeten losplaats.
Als ik op de losplaats rondkijk (achter het station), stopt een losse loc type 186 aan de achterzijde van  het station. Voor het station, alweer onzichtbaar voor de camera, passeren snel na elkaar de containershuttle uit Mannheim/Wörth van Captrain achter een 189, en een trein van 12 schuifwandwagens achter een groene class 66, eveneens van Captrain. Maar de 186 heb ik mooi in beeld, dat wel.

In Blerick staat de Shunter-rangeerloc voor de poort van TCT. Het kleine locje blijkt voldoende kracht in zich te bergen om de hele containershuttle naar het verderop gelegen emplacement te trekken, stapvoets, dat wel. Even later vertrekt de nog frisgele ES64F4 206 van Ruhrtalbahn met de shuttle naar de Maasvlakte. Met vier shuttles per dag is TCT de drukste inlandterminal.

Bij Cabooter rangeert een nog gele 6400. De te beladen Melzoshuttle wordt in delen op het lange meest westelijke spoor geplaatst. In vergelijking met voorgaande jaren is het terrein nu beter geplaveid en zijn de sporen ook echt als straatspoor uitgevoerd. “omgooiwissels” zijn vervangen door pompwissels. Op het meest oostelijke spoor, staan aan het overkapte laadperron wagens met containers van Rockwool glaswol en van Wetro. Helemaal achteraan drie schuifwandwagens uit de uc-trein.
Cabooter schuwt de kleintjes niet en is daardoor waarschijnlijk flink gegroeid. Terminals met gevarieerd vervoer (UC en containers) zijn niet dicht gezaaid in het land.

 

Nostalgie in Kaldenkirchen

Het is puur spottersgeluk als ik op zaterdag 18 juli 2015 in Kaldenkirchen de staaldraadtrein voor Nedri ontmoet. Ik was er al een keer of drie heengereden, steeds zonder succes. Maar nu staat hij er, de staaldraadtrein afkomstig van Saarstahl in Völklingen, een afstand van ruim 300 km. Ik wist dat deze trein meestal op zaterdag gelost werd, maar niet op welke zaterdagen en al helemaal niet op elk tijdstip.

Het is 11:35 uur als de 37025 van HSL (type Prima EL3U, Alstom 2004) zichzelf weg rangeert naar spoor 1. (nummers corresponderen met het kaartje bij ‘infrafoto Kaldenkirchen’)
K
aldenkichen is een bijzonder station, dat zo op het oog al decennia lang geen onderhoud meer heeft gehad. Het stationsgebouw is een soort disco-tent. De toegang tot de sporen loopt via een smalle doorgang naast het gebouw naar een tweetal obscure tunneltjes, een naar het eiland perron tussen sporen 1 en 2 en een naar het zijperron 3 aan de overkant Goed zichtbaar is dat er voorheen meer sporen hebben gelegen. De perrons zijn deels overwoekerd met gras, het perron aan spoor 3 is van alle kanten vrij toegankelijk, van enige vorm van beveiliging of afrastering is geen sprake. Langs spoor 1 staan nog verschillende in verval geraakte gebouwen met ingegooide ruiten en met planken dichtgetimmerde deuren en ramen.
Achter het stationsgebouw staan totaal vervallen en niet meer in gebruik zijnde goederenloodsen (behalve dan door illegale bewoners).
Links naast het station ligt een uitgestrekt plein, geplaveid met hobbelige kasseien: de openbare losplaats.
Aan het eind van de losplaats staat een gebouw dat voorheen waarschijnlijk een dienstruimte is geweest, maar nu door een of andere kunstenaar is ingericht met een rariteitenverzameling. Daarachter ook weer vervallen loodsen. Aan de rechterkant van deze opstallen loopt een spoor (nr. 6) waar aan de ene kant de wagens gelost kunnen worden aan een hoge losweg en aan de andere kant vanaf de lage losplaats. Aan de linkerkant van de opstallen ligt een spoor dat in het midden van de losplaats uitkomt (nr. 7).

De hele spoorzone is vreselijk in verval. Wie daar doorheen kijkt ziet een prachtige authentieke stationsomgeving en waant zich zeker een halve eeuw terug in de tijd geplaatst.
Voor de normale spoordiensten zijn spoor 2 en 3 in gebruik. Spoor 1 is een kopspoor dat, zoals al beschreven, in gebruik is voor het tijdelijk stallen van materieel.
Spoor 1, 2 en 3 zijn geëlektrificeerd, evenals spoor 4, een doorgaand spoor tussen het stationsgebouw en de goederenloodsen. Tussen nr. 4 en 5 ligt nog en spoortje (niet op het kaartje) dat geheel overwoekerd is, er staan bomen in van een meter of vijf. Spoor 5 tenslotte is een opstelspoor, niet geëlektrificeerd, evenmin als 6 en 7.

De ongeveer 20 schuifwandwagens met staaldraad (type Habbins en Sins) zijn door de 37025 achtergelaten op spoor 4. Rond 12:30 arriveert loc 365 695 (MaK V60 uit 1960, verhuurd aan Aggerbahn Andreas Voll e.k. (loccode: D AVOLL 9880 3365 659-6), nog steeds voorzien van het DB-logo. Een kwartier later staan de eerste vier wagens op spoor 6, waar een heftruck met een arm die in de rollen wordt gestoken, direct met het lossen begint. Het gaat snel, In een wagen liggen 18 rollen staaldraad op de vloer en nog enkele daarbovenop. Een mannetje opent de deuren en schuift ze open, een ander wipt de rollen een voor een uit de wagen en maakt tamelijk willekeurige stapels op de losplaats. De afvoer van de rollen naar Blerick zal op een later moment plaats vinden. In een kwartier zijn er twee wagens gelost.
O
ndertussen plaatst de rangeerloc twee wagens en later nog vier op spoor 7.
Als de loc zich vervolgens naar spoor 6 begeeft, zijn de wagens daar al bijna leeg. Ze worden afgerangeerd naar spoor 5 waarna een nieuw plukje opgehaald wordt op 4.

Als ik rond vijf uur terugkom is de V60 bezig de laatste lege wagens op 5 bij te plaatsen. De heftruck is al naar huis. Ongetwijfeld zal daarna de hele ris naar 4 gaan vanwaar de HSL-loc, die nog steeds levenloos op 3 staat, de lege wagens terug naar de Saarstahl-fabriek in Völklingen zal brengen. Ondertussen staat de hele losplaats, die aanvankelijk zo ruim leek, geheel vol met stapels draadstaalrollen.

Het is wel een ingewikkelde operatie. De staalrollen komen per trein naar Kaldenkichen, worden daar gelost, daarna in vrachtwagens geladen en 5 kilometer verderop bij Nedri weer gelost. Zijn er in Venlo onvoldoende mogelijkheden? Of is het extra vrachtwagenvervoer uiteindelijk goedkoper dan de trein naar Nederland door te laten rijden?

Nieuws is dat, naar iemand weet te vertellen, de hele spoorzone inmiddels zou zijn opgekocht door Cabooter uit Blerick, die voornemens is er een containerterminal te vestigen. Kennelijk is vervoer van Nederlandse containers vanaf Duits grondgebied goedkoper dan vanaf Nederland. Men is al bezig de oude loodsen (“Schuppen”) uit te ruimen, waarna ze gesloopt zullen worden. Het zal weer druk worden in Kaldenkichen, de stad krijgt er een prachtig bedrijf bij, maar tegelijkertijd gaat er een prachtig stuk spoorwegromantiek verloren. 

Later die dag sta ik tussen Venlo en Kaldenkirchen in het bos, wachtend op de LOCON-retracktrein die om 16:15 in Kaldenkirchen hoort te vertrekken. Hij rijdt niet of in elk geval niet op tijd. Wat er wel langs komt is de containershuttle uit Melzo (20 km ten oosten van Milaan) naar Cabooter in Blerick. Om 16:35 komt hij door. Op een zaterdag staan er drie van deze treinen in de dienstregeling: de 41022 (v. Kn 00:31), 21024 (v. Kn 23.20) en de 41032 (v. Kn 18:38). Welke trein dit is, of hij nu 16 uur te laat is of twee uur te vroeg, is niet te achterhalen. Feit is dat hij getrokken wordt door een BLS-loc, voor 100% gevuld is vooral met trailers van o.a. Wetron en containers en koelcontainers van Jan de Rijk. Deze trein levert toch maar weer mooi een besparing op van zo’n 30 vrachtautoritten naar Italië en daarmee een flinke vermindering van CO2-uitstoot. Carbooter is goed bezig! Het is niet ten onrechte dat de directeur van het bedrijf is uitgeroepen tot spoorman van het jaar 2015.